In de vorige eeuw zag het levensloop-stramien er zo uit: een derde leren, een derde werken, een derde met pensioen. Dit 20ste-eeuwse stramien is volstrekt onhoudbaar als we steeds langer leven en drie volle decennia met pensioen willen. Onze economie brengt het niet op. En zelf voldoende sparen is slechts voor de echt rijken weggelegd.Doorwerken tot in de tachtig gaat dus gebruikelijk worden. Net als ingrijpende en permanente educatie. Want wie kan er nog verwachten dat de opleiding die men genoot tussen 18 en 25 jaar vijf decennia lang relevant blijft? Per generatie stuiten we op fikse uitdagingen.
De zestiger van nu heeft nog grotendeels geleefd binnen het 20ste-eeuwse levensloop-stramien van de driedeling leren-werken-pensioen. Jobhoppen bestond nog niet. De term stamt uit de late jaren negentig. Het levert een traditioneel opgebouwd, relatief goed pensioen op.
Natuurlijk kan er gemord worden over de hoogte van het pensioen, maar de veertiger van nu krijgt het zwaarder. Die is nog wel begonnen in het 20ste-eeuwse stramien, maar heeft het overal om zich heen zien eroderen. Relaties tussen werkgevers en werknemers zijn korter geworden en worden meer calculerend ingestoken. De worst van een goed pensioen na een arbeidzaam leven bij één enkele baas, wordt inmiddels niet meer uitgereikt. Dit kan allemaal fraai verpakt worden als een dynamisch, uitdagend en flexibel bestaan. Maar het gaat ten koste van een verzekerde oude dag. Diffuse boosheid is de veertiger dan ook niet vreemd.
De twintigers van nu hebben het gemakkelijker, in de zin dat hun nimmer een pensioenworst is voorgeschoteld. Massaal voelen ze dat ze erg lang zullen doorwerken. Voor hen geen vaste banen maar projecteconomie waarin men portfolio’s opbouwt en uitdraagt op sociale media. Sommigen floreren erbij, anderen zijn dagloners. De besten beseffen dat de keuzes die ze maken belangrijker worden, doordat de consequenties langer voortduren. Ze leven gezonder dan voorgaande generaties. Ze eten beter, drinken minder, zijn banger voor schulden en doen meer aan fitness en meditatie. Balans is voor hen een kernverlangen. Zie het vooral als puur vitaliteitsmanagement. Ze zullen het de komende zes decennia hard nodig hebben.
Auteur: Carl Rohde, cultuursocioloog en columnist FD