Laat programmeurs vooral met rust

Ze zijn misschien wel de machtigste beroepsgroep ter wereld, maar laten zich niet makkelijk aansturen. Hoe willen deze anarchistische types zelf het liefst worden gemanaged? Antwoord: zo min mogelijk.

Paul van der Maden, Alex Kuiper, Jenny Biekman en Linda van der Pal zitten in het bestuur van Joy of Coding, een jaarlijks evenement georganiseerd door vrijwilligers waar programmeurs over het vak praten.
Paul van der Maden, Alex Kuiper, Jenny Biekman en Linda van der Pal zitten in het bestuur van Joy of Coding, een jaarlijks evenement georganiseerd door vrijwilligers waar programmeurs over het vak praten.Foto: Ilona Bregard
In theater De Doelen in Rotterdam zijn zo’n 150 programmeurs bij elkaar gekomen. De een praat het liefst Java, de ander prefereert Python. Toch komen ze niet om bijgespijkerd te worden in een nieuwe programmeertaal. Het is puur voor de lol. ‘We willen taaloverschrijdend met elkaar over het vak praten’, vertelt Paul van der Maden, één van de organisatoren van het vrijwilligersevenement Joy of Coding dat voor de zevende keer wordt georganiseerd.

Er is namelijk niet één manier om een mooi stuk code te schrijven. Vraag vier programmeurs om een vrij eenvoudig algoritme te schrijven en ze komen waarschijnlijk alle vier met hun eigen oplossing.

Van der Madens ogen beginnen dan ook te glimmen bij de vraag wat er nou zo léúk is aan programmeren. ‘Ik kan helemaal niet schilderen of tekenen, maar programmeren is een heel erg creatief beroep. Je ontwerpt iets nieuws.’

‘Managers willen dat iedereen bij de vergadering is. Maar als je een programmeur even op z’n schouder tikt, vernietig je zo uren werk. Het kan uren duren voordat zo iemand weer op hetzelfde denkniveau zit’
• Clive Thompson, schrijver

Andere programmeurs op het evenement Joy of Coding zeggen: het diep verzonken zijn in een complex probleem. Zó in een flow zitten dat je bent vergeten dat je een teammeeting hebt. Maar ook het compromisloze, binaire van software. Software werkt wel of niet. Nooit een beetje. Het is een enorme kick dat wat je hebt bedacht ook écht werkt.

Architecten 2.0

Van der Maden werkt als freelancer voor de gemeente Amsterdam. Daar is een hoop te doen. De hoofdstad zet in op een schone stad. Zo mogen er in de loop van 2020 geen dieselauto’s ouder dan 2005 het gebied binnen de ringweg A10 meer in. De automatische handhaving van zo’n grote operatie vraagt om het ontwerp van slimme software die kentekens en locatie aan elkaar moet koppelen.

Ik heb, net als andere programmeurs, een hekel aan Big Brother’, vertelt Van der Maden. ‘Overal in de openbare ruimte worden we in de gaten gehouden. Ik wil voor Amsterdam werken omdat de gemeente al bij het ontwerp van de software wil dat de privacy van burgers wordt beschermd.’

Software is overal. De verkeersmonitoring in Amsterdam, het online bestellen van boodschappen, een videogame spelen, de thermostaat aanzetten. ‘Wij wonen in een wereld die is gemaakt van software, en de programmeurs zijn de architecten’, vertelt schrijver en techjournalist Clive Thompson in het café Americain in Amsterdam. ‘De beslissingen die zij nemen sturen ons gedrag.’ Reden voor de Canadees om jarenlang in de wereld van programmeurs te duiken. Vorige maand verscheen de Nederlandse vertaling van zijn boek De Coders, over de meest onzichtbare beroepsgroep ter wereld. Hoe denken ze? Zijn het allemaal van die introverte jongens met een hoodie over hun hoofd getrokken waar niet mee te praten valt?
De programmeur was een vrouw

De gemiddelde programmeur is wit en man, dat valt niet te ontkennen. Toch is programmeur zijn geen typisch mannenberoep. ‘De eigenschappen die je hebt bepalen uiteindelijk of je succesvol bent’, vertelt softwaretester Jenny Biekman. Biekman werkte ruim zeven jaar als douanier, totdat ze via een deeltijdopleiding leerde programmeren. ‘Er ging een wereld voor me open. Ik moet als tester kijken of de software in alle situaties blijft werken. Dat betekent dat ik goed moet uitpluizen wat de uitzonderingen zijn. Dat past bij mij. Ik hou ervan ergens gaten in te prikken.’

‘Als we aan de groeiende vraag naar programmeurs willen voldoen, moeten we veel meer kijken naar de houding van mensen dan naar of ze een technisch CV hebben’
• Clive Thompson

Het is in de vergetelheid geraakt: in de jaren 50 werkten er veel vrouwen bij grote Amerikaanse bedrijven zoals IBM en AT&T. Daar stonden de allereerste computers opgesteld die de hele kamer innamen. Er was nog geen vastomlijnd beeld wat een programmeur precies deed. ‘Je moest goed kunnen puzzelen, logisch denken en nauwkeurig zijn’, vertelt Clive Thompson. ‘Veel vrouwen die thuis aan de keukentafel woordzoekers invulden, werden meteen aangenomen en bij het bedrijf intern opgeleid. Er werd toen veel meer naar talent gekeken dan nu.’

Hij wijst erop dat veel programmeurs, van Ada Lovelace in de 19e eeuw (gezien als ’s werelds eerste computerprogrammeur, omdat ze ‘programma’s’ schreef om symbolen volgens vaste regels te manipuleren met een machine) tot Bill Gates en Elon Musk vandaag de dag, autodidact zijn. Het kunstje is best te leren zonder een universitaire opleiding. Thompson: ‘Als we aan de groeiende vraag naar programmeurs willen voldoen, moeten we veel meer kijken naar de houding van mensen dan naar of ze een technisch CV hebben.’

Diep werk

Het managen van programmeurs is geen sinecure. Op het eerste gezicht zitten programmeurs, net als de rest van de organisatie, gewoon te typen achter hun laptop, maar het is toch net even anders. ‘Ze doen diep werk, waar veel concentratie voor nodig is’, weet Thompson. ‘Dat leidt tot rare botsingen in de kantoortuin. Managers willen dat iedereen bij de vergadering is. Dat er snel wordt gereageerd op een e-mailtje of een whatsappje. Maar als je een programmeur even op z’n schouder tikt, vernietig je zo uren werk. Het kan uren duren voordat zo iemand weer op hetzelfde denkniveau zit.’

Veel vrijheid

Programmeurs moeten dus anders worden aangestuurd. Dat programmeurs heel introvert zouden zijn klopt volgens Thompson vaak niet. ‘Ze kunnen heus wel gezellig zijn op een borrel, maar als ze aan het programmeren zijn moet je misschien wel tien uur achter elkaar met rust laten.’ Dwing programmeurs wel tot regelmatig overleg. ‘Ze kunnen nogal eens geobsedeerd raken door een probleem en zichzelf erin verliezen. Dat moet je zien te voorkomen.’

‘Managers moeten vooral niet micro-managen. Verschrikkelijk. Ik wil een ambitieus doel en dan ga ik dat gewoon maken’
• Paul van der Maden, mede-organisator van Joy of Coding

Grote techbedrijven spelen in op de workflow van hun programmeurs door op vaste dagen, bijvoorbeeld de dinsdag en donderdag, vergaderingen in te plannen. De rest van de week mogen ze hun werk zo invullen als zij dat willen. ‘Veel vrijheid is belangrijk’, vertelt Paul van der Maden. ‘Dan wordt een project echt je kindje.’

Wat vooral niet doen te als manager? ‘Micro-managen. Verschrikkelijk. Ik wil een ambitieus doel en dan ga ik dat gewoon maken’, zegt de mede-organisator van Joy of Coding.

Linda van der Pal van detacheringsbedrijf Trailblazers heeft nog een tip: houd programmeurs niet weg bij de eindklant. ‘Soms heb je zo’n project met drie dure consultants die dan zelf weer drie dure consultants inhuren die op hun beurt mij gaan vertellen wat er moet gebeuren. Dat geeft alleen maar ruis.’

De keerzijde is dat programmeurs kunnen doorslaan in hun drang alles om zich heen te optimaliseren. Mede-oprichter van Apple Steve Wozniak ontwikkelde zelfs een formule voor een goed leven: G = L – F: Geluk is Lachen min Fronzen. Toch zouden wat Thompson betreft alle managers op programmeercursus moeten. ‘Het is intellectueel leuk en programmeurs zouden het geweldig vinden als de marketingmanager ineens iets van Python weet.’

Nog een bijkomend voordeel: het zou weleens grote IT-missers kunnen voorkomen. Thompson: ‘Programmeurs maken vaak geen deel uit van de besluitvorming. Er wordt van alles bedacht in de bestuurskamer en dan moeten de programmeurs dat gaan invullen. Dat is gedoemd om te mislukken.’

Mensentaal

De kloof tussen IT en de rest van de organisatie wordt wel kleiner, ziet Alex Kuiper, een van de mede-eigenaren van softwarebedrijf QSD. ‘Het werk van marketeers en salesmensen bestaat steeds meer uit data-analyse en het monitoren van onlinegedrag van klanten.’

De programmeurs op Joy of Coding concluderen: elkaars taal spreken binnen een organisatie valt nog niet mee. Van der Maden weet het bondig samen te vatten: ‘Een programmeertaal heb je zo onder de knie. Een mensentaal leren is vele malen moeilijker.’

Advertentie

Over aad vredenbregt

zie de pagina About
Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s