Dat Nederland rustiger aan wil doen met natuurherstel is niet in het eigen belang

Natuurherstelwet

De natuurherstelwet maakt deel uit van de Green Deal die de Europese Unie onder Eurocommissaris Frans Timmermans in de afgelopen vijf jaar vorm heeft gekregen, een robuust pakket aan wetten en maatregelen dat ervoor moet zorgen dat de EU in 2050 klimaatneutraal is.

Een gezonde natuur draagt daar in belangrijke mate aan bij. Niet alleen omdat in de natuur broeikasgassen worden opgeslagen, maar ook omdat sterke ecosystemen beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Ze houden water vast en bieden zo een buffer tegen overstromingen. Ze geven verkoeling en beschermen zo tegen extreme hitte. Ze versterken de biodiversiteit die nodig is om lucht, bodem en water schoon en gezond te houden. Gezonde ecosystemen vormen zo ook de basis voor de voedselzekerheid.

De economische waarde van de natuur is dan ook groot – al kun je ook verdedigen dat de intrinsieke waarde zeker zo belangrijk is. Experts gaan ervan uit dat iedere euro die wordt geïnvesteerd in natuurherstel 4 tot 38 euro oplevert . Gezonde natuur levert gratis schoon water en schone lucht en zorgt voor bestuiving van veel landbouwgewassen. Maar heel hard zijn de economische cijfers niet, waardoor ze voor politici lastig te hanteren zijn. Het gevolg is dat de natuurherstelwet niet alleen een belangrijke sluitsteen was van de Green Deal, maar ook een sluitpost werd voor beleidsmakers. Ook al is duidelijk dat zo’n 80 procent van alle natuur in Europa er slecht aan toe is – in Nederland zelfs ongeveer 90 procent – toch konden met name de centrum-rechtse partijen in de aanloop naar de Europese verkiezingen de verleiding niet weerstaan om de wet af te zwakken uit vrees voor boze boeren – en voor nog rechtsere partijen die er met de winst vandoor dreigden te gaan. De wet lijkt daardoor niet veel meer te zijn dan een oproep aan de lidstaten om hun best te doen.

Het Nederlandse kabinet was aanvankelijk voor, maar stemde onder druk van de nieuwe Tweede Kamer maandag tegen – net als Polen, Italië, Hongarije, Zweden en Finland. Kamerleden Caroline van der Plas (BBB) en Rosanne Hertzberger (NSC) dienden een motie in die het demissionaire kabinet dwong om tegen de wet te stemmen. Het laat zien dat voor het aanstaande kabinet natuurbescherming helaas geen prioriteit is. Nederland is volgens de motie niet eens in staat „om de huidige natuurdoelstellingen met betrekking tot de stikstofdepositie en de Kaderrichtlijn Water te halen”, laat staan dat daar nieuwe, strengere doelstellingen bijkomen voor de komende decennia.

Van der Plas en Hertzberger vrezen volgens hun motie bovendien voor „ernstige juridische en beleidsmatige gevolgen” – je zou het hopen, want met vrijblijvendheid is de natuur niet geholpen. Voor Nederland zou dat dan ook geen reden moeten zijn om het noodzakelijke herstel van de natuur op de lange baan te schuiven, maar juist om een paar tandjes bij te zetten.

Juist in een land waar het groen zo schaars is als in Nederland, en zozeer wordt bedreigd door landbouw, transport en de noodzaak om meer huizen te bouwen, is het goed dat iemand de belangen van de natuur – en van toekomstige generaties – in het oog houdt. Als landen dat kennelijk niet uit eigen beweging doen, dan moet Brussel ze daartoe maar verplichten, ook al is het voorlopig met een vooral symbolische wet.

©️Hoofdredactioneel commentaar NRC, 22/6/2024

Over aad vredenbregt

zie de pagina About
Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie